Vinyl

De CD en aanverwanten zoals de super audio CD hebben in tegenstelling tot de LP hun langste tijd zo langzamerhand wel gehad. Is dit toeval? Of heeft dit duidelijke redenen. Om dat te kunnen bepalen, gaan we eerst eens even kijken naar de geschiedenis van de geluidsdrager in zijn algemeenheid.

 

 

Edison naast zijn uitvinding de fonograaf
Edison naast zijn uitvinding de fonograaf

Thomas Alva Edison (1847-1931).

In 1877 legde Thomas Alva Edison  de basis voor het vastleggen van geluid. Hij deed dit op tinfolie in de vorm van een cilinder. In de visie van Thomas was zijn uitvinding uitsluitend bedoeld als dicteerapparaat. Alexander Graham Bell (de uitvinder van de telefoon) verbeterde de uitvinding van Edison en stelde hem voor om de rollen te gaan gebruiken voor het vastleggen van muziek. Nadat Thomas de brieven van Bell  had gelezen besloot hij de ideeën van Bell naast zich neer te leggen, omdat hij op dat moment bezig was met het uitvinden van de gloeilamp.

De Grafoon
De Grafoon

Bell liet zich natuurlijk niet uit het veld slaan en na 5 jaar experimenteren waarbij hij tot de conclusie kwam dat  het gebruik van tinfolie in Edisons ontwerp een groot obstakel was introduceerde hij de Grafoon waarbij  de tinfolie vervangen werd door Carnaubawas . Het grote voordeel van dit middel was gelegen in het feit dat men niet zo hard hoefde te schreeuwen in de microfoon en dat de opnamen langer bewaard konden worden.

 

 Alexander Graham Bell stichtte samen met Chichester Bell en Charles Sumner Tainter een onderneming om het apparaat tóch voor de amusementsindustrie te gaan exploiteren. Het apparaat heette bij hen de Graphophon.

De eerste cilinders hadden een speelduur van 2 minuten. Thomas Edison verbeterde dit type later onder de naam Amberol, deze had een speelduur van 4 minuten.

1898  Deutsche Grammophone Gesellschaft.

Tien jaar na de komst van de phonograph vroeg Emil Berliner patent aan op een techniek om geluid in plaats van op cilinders op platte platen vast te leggen. In 1898 stichtte hij met zijn broer Joseph de Deutsche Grammophone Gesellschaft. In 1901 stichtte Berliner met Eldridge Johnson de Victor Talking Machine Company, het latere RCA Victor. Hier werd de eerste grammofoon voor de consument gebouwd onder het merk Victrola.

De Victrola (1901).
De Victrola (1901).

De doorbraak van de platte plaat in Europa kwam er toen de gebroeders Pathé die al sinds 1890 wasrollen van Edison in licentie voor de Franse markt maakten, overstapten op de plaat van Berliner. Dat de plaat van Berliner een groot succes was, bleek wel uit de verkoopcijfers van de operazanger Enrico Caruso. Zijn vertolking van "La vesta giubba" ging in één jaar ruim een miljoen keer over de toonbank.

 

Toerentallen en afmetingen.

De toerentallen op de eerste platen varieerden van 60 tot 90 toeren per minuut. In 1915 echter werd de industrie het eens over een standaard: de 78 toerental plaat. In 1948 presenteerde CBS (Columbia Records) de eerste langspeelplaat met een grootte van 30 cm. Deze plaat kon afgespeeld worden met een snelheid van 33 1/3 toeren. Deze techniek is een uitvinding van de Hongaars-Amerikaanse ingenieur Peter Goldmark. Hij wist de  de groefbreedte op een plaat zo smal te maken, dat een plaat met een speelduur van een uur mogelijk werd. Deze techniek werd "minigroove" genoemd.

 

De eerste populaire lp was het album "The voice of Frank Sinatra". Er stonden acht liedjes op de LP, die oorspronkelijk was uitgebracht als set van vier 78 toeren platen. In de jaren 50 was de opkomst van de rock and roll muziek  verantwoordelijk voor het succes van de single (een uitvinding van CBS). Na een harde strijd tussen de platenmaatschappijen werd er rond 1950 een standaard afgesproken n.l.:  30 cm voor de langspeelplaat, de 17 cm voor de single. 

 

Stereo.

In 1958 kwam er voor het eerst een nieuwe techniek op de markt: stereophonisch opgenomen platen. Het gaat hier om twee gescheiden kanalen die in dezelfde groef geperst zijn. Mono zou echter nog lang de standaard blijven, pas in het midden van de jaren zestig krijgen de stereo langspeelplaten de overhand. Met de release van Sgt.Pepper’s lonely hearts club band door de Beatles werd het product langspeelplaat volwassen. Niet langer alleen een verzameling songs, maar een totaal concept, verpakt in klaphoes, meegeleverde teksten en een kartonnen inlegvel en zelfs een verborgen track in de uitloopgroef. Begin jaren zeventig werd Quadrophonie ontwikkeld. En hoewel er een redelijk aantal platen in die vorm verschenen is deze vorm nooit echt aangeslagen en verdween geruisloos van de markt.

 

Enkele voorbeelden van beroemde LP hoezen.

CD verdringt de lp.

Door de komst van de cd in 1982 lijkt het eind in te luiden voor de grammofoonplaat. De verkoopcijfers dalen dramatisch en het aantal verkooppunten daalt mee. Maar in het tweede decennium van de 21ste eeuw stijgen de verkoopcijfers van de grammofoonplaat weer.  In Amerika werden er in 2001 nog maar ca 1 miljoen vinyl lp’s verkocht, in 2015 is dat aantal gestegen naar 16,9 miljoen (het hoogste cijfer sinds 1988). In Nederland werden in 2015 650.000 nieuwe lp’s verkocht (cijfers NVPI). Daarnaast is er ook nog een z.g.n. tweedehandsmarkt .Daar liggen de verkoopcijfers waarschijnlijk nóg hoger als op de markt van de nieuwe Lp's.

 

Er zijn een aantal redenen aan te voeren zijn waarom de Lp weer zo populair is n.l.

 

  1. Het draaien van een plaat is een beleving (een mooie grote hoes, het opleggen en schoonmaken van een plaat enz.).
  2. . Veel consumenten waarderen de dynamiek van het analoge geluid tegenover het digitale geluid van cd en mp3.
  3. De platenspeler is een wonderschoon stukje techniek en mooi om te zien.
  4. Veel Dee-Jays gebruiken weer vinyl.

Draaitafels.

Elementen.

Als je een element voor je draaitafel gaat kopen is het handig om te weten dat er twee soorten op de markt verkrijgbaar zijn. De eerste soort die ik hier ga behandelen is het z.g.n MM element. MM staat voor "Moving Magnet", dit is een element waarbij een bewegende magneet aan een vaste spoel het signaal overbrengt. Bij dit soort elementen hoef je alleen de naald te vervangen als deze versleten is. Bij een MC (Moving Coil) element is het juist andersom.. De spoel beweegt en de magneet staat stil.  Een MC element is gevoeliger als een MM element, daarom is er voor dit type een extra versterking nodig. Niet alle versterkers (en receivers) hebben zo'n extra versterking aan boord, Let daar dus op als je een element gaat aanschaffen. 

 

Daarnaast is het zo dat bij een MC element  een naald niet zomaar kan worden gewisseld zoals bij een MM element. Bij een MC element moet het element worden voorzien van  een nieuwe diamant. Dit noemen ze in het vakjargon re-tippen. Dit re-tippen is over het algemeen veel duurder dan een naald vervangen bij een MM element. Hoe je na het installeren van je element een goede setup maakt voor je draaitafel, kun je hieronder bekijken.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt worden in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch of door fotokopieën, opname, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur (of optioneel: de uitgever).